Palazzi, Villa’s en nog meer
Rome is een stad van musea en galleries die een rijk scala aan kunstobjecten uit allerlei tijdvakken herbergen. Er zijn instellingen die een vaste collectie permanent tentoonstellen, maar ook die plaats bieden aan wisselende tentoonstellingen of een combinatie van beide laten zien. Rijke ‘herenhuizen’ zijn ook vaak een plek waar adellijke families de door hun vergaarde rijkdom in kunstcollecties omzetten.
De grootste collectie (Egyptische, Griekse, Etruskische, Romeinse, kerkelijke kunst; ook handschriften en wandkaarten en gobelins) is in het bezit van de Vaticaanse Musea. Voor specifiek oudheidkundige collecties moet je zijn in het Museo Nazionale Romano, verspreid over het Museo delle Terme di Diocleziano, het Palazzo Massimo, het Palazzo Altemps en (deels) de Crypta Balbi. In de oude elektriciteitsfabriek aan de Via Ostiense, de Centrale Montemartini (ook: ACEA), zijn belangwekkende oudheidkundige kunstvoorwerpen (voornamelijk sculptuur en mozaïeken uit de collectie van het Capitolijns museum) ondergebracht; al het moois heeft een plek gevonden tussen de turbines uit het post-industriële tijdperk.
Voor modernere kunstuitingen (19de eeuw en later) moet je zijn in de Galleria Nazionale dell’ Arte Moderna (GNAM), de MACRO, opgesplitst over de gewezen bierbrouwerij Peroni aan de Via Nizza (ten noordoosten van de Corso d’Italia in de “eilandenbuurt”) en de voormalige slachthuizen (aan de voet van de Monte Testaccio), en het Museo nazionale delle arti del XXI secolo, kortweg MAXXI.
Italië kent een rijke villacultuur en ook in Rome is een aantal villa’s gebouwd (uit de tijd van de barok en later), al dan niet met kunstcollecties die voor het publiek toegankelijk zijn. De meest fameuze is de Villa Borghese, het ‘optrekje’ van kardinaal Scipione Borghese. De Villa Farnesina (aan de westelijke oever van de Tiber) is het verblijf geweest van de Sienese bankier Agostino Chigi. De Villa Medici (bovenaan de Spaanse Trappen) is van oudsher de zetel van de Académie de France. Sinds 2006 kan, om een jonger bouwwerk te noemen, de Villa Torlonia, Mussolini’s privé verblijf in Rome, na langdurige restauratie weer bezocht worden.
Van een zelfde categorie zijn de palazzi, zoals het Palazzo Farnese, tegenwoordig het onderkomen van de Franse ambassade; het kan slechts op aanvraag (en op grond van een goede reden) worden bezichtigd.
Raadpleeg de lijst van museale instellingen.