Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

San Paolo fuori le Mura

De Heilige Pauluskerk  ‘buiten de stadsmuren’ (Via Ostiense 186, metrohalte Basilica San Paolo) is dagelijks geopend van zeven uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds. Dit schetst het belang van de kerk, want de meeste kerken sluiten hun deuren in de middag. De kerk is een van de vier hoofdbasilieken van Rome. Hij is gebouwd op de plek waar na de dood van apostel Paulus langs de weg naar Ostia een cella memoriae (herdenkingskapel) werd opgericht. De eerste kerk is ingewijd op 18 november 324 en volgens zeggen op last van keizer Constantijn. In de jaren 384-386 is de kerk afgebroken en door de architect Kyriades omgebouwd tot een basilica. De huidige kerk heeft in grote lijnen de kenmerken van deze basilica behouden.

Halverwege de vijfde eeuw is men weer begonnen een kerk ervan te maken en in 883 zijn er zelfs muren en een toren aan toegevoegd, want de kerk (die onbeschermd buiten de stadsmuren lag) was regelmatig het doelwit van rooftochten van de Lombarden en Saracenen. Na een brand in 1115 besloot paus Innocentius II (1130-1143) een muur met zuilen in het dwarsschip aan te leggen om het dak te stutten. Andere restauraties en aanpassingen zijn tot stand gekomen onder de pausen Clemens VI (1342-1332, na een aardbeving), Bonifatius IX (1389-1404), Martinus V (1417-1431), Eugenius IV (1431-1447), Clemens X (1670-1676, dakconstructie). Francesco Borromini heeft in 1653 nog ontwerpen ingediend om de kerk een geheel ander aanzien te geven, maar het geld ontbrak ervoor. In 1700, uitgerekend een jubeljaar, is de basiliek onder water komen te staan, toen de Tiber buiten zijn oevers trad. De voorhal is op 1 mei 1724 ingestort, maar kon voor het heilige jaar 1725 weer in orde worden gebracht (werk van architect Antonio Canevari).

In de nacht van 15 op 16 jul. 1823 sloeg het noodlot weer toe, maar nu flink: grote delen van de kerk werden door brand verwoest. Het kan zijn dat arbeiders die het dak aan het repareren waren, onvoorzichtig met vuur zijn geweest. Naar verluidt heeft men paus Pius VII, die opdat moment ernstig ziek was (hij zou op 20 augustus van dat jaar overlijden), niet van de ramp op de hoogte willen brengen. Zijn opvolger paus Leo XII nam het besluit om niet een geheel nieuwe basiliek te bouwen, maar de oude basiliek in oude glorie te laten herrijzen.

Binnenhof met het standbeeld van de heilige Paulus (werk van Giuseppe Obici).

Je betreedt de kerk via een binnenhof, het atrium, omringd door 150 zuilen. Het standbeeld in het midden stelt uiteraard de heilige Paulus voor (gemaakt door Giuseppe Obici). Het vergulde mozaïek boven de ingang dateert van na de grote brand; wat over was van het oorspronkelijke mozaïek is verplaatst naar de boog van de apsis binnen in de kerk. De deur van de hoofdingang is gemaakt van verzilverd brons (uit 1929-1931, werk van Antonio Maraini) en toont scènes uit het leven van Petrus en Paulus (o.a. Domine, quo vadis?, de overhandiging van de sleutels van de kerk, de kruisiging van Petrus, de onthoofding van Paulus). De meest rechtse deur is de heilige deur, die alleen tijdens een jubeljaar wordt gebruikt.

Interieur met onder de ramen een band met pauselijke portretten.

Het interieur (vijfschepig, zie plattegrond) geeft een goede indruk van de oorspronkelijke sfeer van de oude kerk. In nissen langs de muren heb je standbeelden van tien apostelen; die van Petrus en Paulus staan bij de confessio (bij het hoofdaltaar). Helemaal boven de zuilen en bogen zijn schilderingen die de verrichtingen van Paulus laten zien, zoals we die kunnen nalezen in de Handelingen van de apostelen in het Nieuwe Testament. Hieraan hebben in totaal 22 kunstenaars hun bijdrage geleverd in 1857-1860. Onder de ramen heb je een band met pauselijke portretten. Bij het aantreden van een nieuwe paus komt er een potret hij, een traditie die paus Pius IX (1846-1878) in 1847 weer in het leven riep, nadat de brand van 1823 alle portretten had vernietigd. Er is plaats voor nog maar een paar pausen…

De boog van de apsis dateert uit de vijfde eeuw. Christus (alleen zijn hoofd is afgebeeld) heft zijn hand om een zegen te brengen. Links en rechts van hem zie je de evangelisten en engelen. De inscriptie op de rand luidt:

THEODOSIVS COEPIT HONORIVS PERFECIT AVLAM
DOCTORIS MVNDI SACRATAM CORPORE PAVLI

“Theodosius begon, Honorius voltooide de zaal,
geheiligd met het lichaam van Paulus, leermeester van de wereld.”
De namen verwijzen naar de keizers Theodosius (379-395) en Honorius (395-423).

Midden in het transept (dwarsschip) staat het pauselijk altaar; alleen de paus (of een gedelegeerde van hem) mag aan dit altaar de mis opdragen. Het baldakijn is het werk van Arnolfo di Cambio (1285), de beeldhouwer die ook het bronzen beeld van Petrus in de Sint Pieterskerk heeft gemaakt. Onder de confessio ligt het graf van Paulus, wiens grafsteen men denkt gevonden te hebben, getuige de tekst:

PAVLO APOSTOLO MART.
‘Gewijd aan apostel Paulus, martelaar.’

In het rechter transept staat een meer dan vijf meter hoge paaskandelaar uit de twaalfde eeuw (gemaakt door Nicola dell’ Angelo en Pietro Vassalletto). Hierop is het passieverhaal van Christus afgebeeld.

Transept van de Heilige Pauluskerk.

Een kerk zonder wonderen is geen kerk. De kapel van het Heilige Sacrament links van de apsis bevat een 14de-eeuws Christus-aan-het-kruis dat gesproken (of op z’n minst met het hoofd geknikt heeft) zou hebben toen de heilige Bridget van Zweden hier aan het bidden was. Het houten beeld van de heilige Paulus dat rechts in de kapel staat, zit vol krassen, omdat pelgrims splinters ervan hebben meegenomen. De 13de-eeuwse schilder Pietro Cavallini ligt in deze kapel begraven.

Baldakijn in het transept van de Heilige Pauluskerk.

Het apsismozaïek heeft de grote brand van 1823 doorstaan en is rond 1220 gemaakt door kunstenaars uit Venetië. Je ziet Christus met naast hem de apostels Petrus, Paulus, Andreas en Lucas. Andere apostelen dragen onder hen boekrollen met de tekst van het Gloria in excelsis. Paus Honorius III (1216-1227) heeft het mozaïek besteld en is aan Christus’ voeten afgebeeld (Romeinse kunstenaars zouden hem een plaatsje tussen de apostelen hebben gegeven).

De chiostro (kloostergang), aangelegd in 1208-1235 door de familie Vassalletto, herbergt enkele sarcofagen en grafstenen uit Romeinse tijd. Een voorbeeld:

VALERIAE C.F.
FVSCAE
PATRONAE
OPTIMAE ET
FIDELISSIMAE
POSPHOR
LIBERTVS FECIT
ET SIBI

(laatste regel in kleinere letters, want later toegevoegd)
“Voor Valeria Fusca, dochter van Gaius, voortreffelijke en diepgelovige meesteres, heeft vrijgelatene Posphor (deze steen) laten maken, óók voor zich zelf.” 

De grafsteen heeft op de voorzijde 2 flankerende, gedraaide zuilen. Aan de voet is een voorstelling van een quadriga met wagenrijder die een vrouw (haar hoofd is verdwenen) meesleurt.

Dubbele zuilen in de kloostergang (chiostro) van de Heilige Pauluskerk.

Buiten de kerk gekomen, kun je nog een blik werpen op de klokkentoren. De oorspronkelijke klokkentoren wordt gedateerd in de 11de of 12de eeuw, maar deze is door de aardbeving van 1349 verloren gegaan. Paus Clemens VI (1342-1352) liet een nieuwe klokkentoren bouwen, die weliswaar de grote brand overleefde, maar tijdens de herbouw is afgebroken. Aanvankelijk zaten er vier klokken in, waarvan er twee in de 19de eeuw werden omgesmolten. Paus Johannes XXIII liet er vijf bij maken.