De aanleiding tot de bouw van deze basiliek (4de eeuw) is met legenden omweven. In de nacht van 4 op 5 augustus 352 na Christus droomde paus Liberius (352-366) dat de maagd Maria hem opdroeg een kerk te bouwen op de plek waar de volgende morgen sneeuw zou liggen. Op de heuvel waar nu de basiliek staat, trof paus Liberius de volgende ochtend, hartje zomer, een dik pak sneeuw aan! Vandaar dat de kerk eerst Maria ad nives (‘Maria bij de sneeuwvlokken’) genoemd werd. Op 5 augustus worden jaarlijks witte bloemblaadjes vanuit de kerk naar beneden op het plein gegooid.

In 431 stelde het Concilie van Efese vast, dat Maria ‘Moeder Gods’ genoemd mocht worden. Paus Sixtus III (432-440) wilde dit feit het jaar daarop herdenken door deze Mariakerk te vergroten en haar in het vervolg Santa Maria Maggiore (‘Grote Mariakerk’) ♣ te noemen. In het schitterende interieur zijn nog vele restanten te zien van de vroegchristelijke oorsprong van het gebouw. In de apsis zelf tref je een 13de-eeuws mozaïek van Jacopo Torriti aan, dat gemaakt werd toen de hele apsis verbouwd werd. Hij laat er de kroning zien van Maria die wordt omgeven door engelen en heiligen. Paus Nicolaas IV (1288-1292), die de bouwheer was, knielt voor Petrus, Paulus en de heilige Franciscus. De vroegchristelijke versiering (uit een vroeger tijdperk) vindt men in de bovenste helft van het mozaïek.

Het portaal dateert uit ca. 1150 en de apsis (halfronde ruimte) uit ca. 1290. De campanile (vrijstaande klokkentoren) is 14de-eeuws. In de 15de eeuw kwam er nog een verdieping bovenop, zodat het de hoogste klokkentoren van Rome is geworden. Rond 1600 werden er aan de buitenkant van de klokkentoren nog kapellen toegevoegd. De apsis is omstreeks 1675 buitenom geheel verbouwd. De voorgevel is in 1750 door Ferdinando Fuga aangebracht. Het mozaïek uit 1300 van Filippo Rusuti, waarin Christus tussen engelen en apostelen wordt voorgesteld, is tijdens die verbouwing nogal beschadigd. In het rechter zijschip, ter hoogte van het hoofdaltaar (nog vóór de kapel gewijd aan Gonzalo Rodriguez Hinojosa, de kardinaal van Toledo), tegen een van de pilaren, zie je op de vloer een grafsteen van de familie Bernini. Hier ligt de beeldhouwer Gian Lorenzo Bernini begraven.

Vanaf de pauselijke loggia (de overdekte galerij op de bovenverdieping), die drie arcaden heeft, gaf de paus in de 18de en 19de eeuw op 15 augustus (Maria Hemelvaart) de zegen Urbi et Orbi (‘aan stad en wereld’). Op het plein voor de basiliek bevindt zich de Colonna all’ Esquilino, een zuil die afkomstig is van het Forum Romanum; paus Paulus V (1605-1621) liet hierop in 1614 een Mariabeeld van brons plaatsen.

Belangrijkste bezienswaardigheden
(raadpleeg plattegrond hieronder voor legenda)
A. Grafmonument voor paus Clemens IX (1670)
B. Grafmonument voor paus Nicolaas IV (1574)
C. Confessio, hoofdaltaar (19de eeuw) met een beeld van paus Pius IX (knielend); in de crypte urn met restanten van de kribbe uit Bethelehem
D. Apsis met kroning Maria (mozaïek van Torriti, 1295); tussen de vensters 5 scènes over van Maria
E. Baptisterium met doopvont van porfier (1825)
F. Sacristie
G. Cappella San Michele (fresco’s met evangelisten)
h. Cappella Sistina (1585), met de grafmonumenten van de pausen Sixtus V en Pius V, het graf van de Heilige Hieronymus en een altaar met relikwieën van de door koning Herodes na de geboorte van Jezus gedode kinderen; in de sacristie 6 landschappen (fresco’s) van de Vlaamse schilder Paul Bril
I. Graf van kardinaal Rodriguez, in 1299 gemaakt door Cosma; rechts van de confessio graftseen van Gian Lorenzo Bernini
J. Borghese-kapel (=Cappella Paolina), gebouwd in 1611, met de graven van de pausen Clemens VIII en Paulus V; in deze kapel zijn in 1964 prinses Irene en prins karel Hugo getrouwd
K. Cappella Sforza, gebouwd naar een plan van Michelangelo
L. Cappella del Praesepio
M. Graf van de gebroeders De Levis, de ene was kardinaal en de andere bisschop van Arles
